14 oktober 2015

Een oude hagedis antwoordt Joël De Ceulaer


Net zoals Joël De Ceulaer, maar enige tijd voor hem, behandelde Heinrich Heine het vraagstuk van het menselijk denken. Hoe ontstaan denkbeelden, meningen, filosofieën, ideologieën enzovoort. Hij deed dat in een reisverslag, Italien III, Die Stadt Lucca, Kapittel II, 1830.

Heine zelf is er niet uitgekomen, maar op zijn tocht door Toscane kwam hij gelukkig een oude hagedis tegen die hem een en ander wist te verklaren. Anders dan de scannende onderzoekers waar De Ceulaer naar verwijst, droeg zij geen witte jas –ze had ingewikkelde kleurpatronen op haar staart– maar ze had wel evengoed anatomische onderzoekingen verricht. Daar had zij andere dingen uit geleerd dan wat de geleerden vandaag constateren:

En als resultaat van al mijn waarnemingen, experimenten en anatomische vergelijkingen, kan ik u stellig verzekeren: geen mens denkt, enkel valt de mens af en toe iets in, en die onschuldige invallen noemen ze gedachten, en het aaneenrijgen daarvan noemen ze denken. Maar u mag het in mijn naam doorvertellen: geen mens denkt, geen filosoof denkt, noch Schelling noch Hegel denkt, en wat hun filosofie zelf betreft, die is zuiver lucht en water, zoals de wolken des hemels; ik heb al talloos vele van die wolken trots en zelfverzekerd boven mij zien voorbijtrekken, en de volgende ochtendzon heeft ze opgelost tot hun oorspronkelijke niets; – er is maar één ware filosofie en die staat, in eeuwige hiërogliefen, op mijn eigen staart.



Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html