15 april 2009

Censuur is ook maar een mening

.
Wat volgt is geen lezersbrief, maar een ontwerp voor een lezersbrief, aan De Standaard. Ik stuur hem niet in, omdat ik toch niet geloof dat ze hem publiceren, ook al is de brievenrubriek daar meestal beschamend zwak gestoffeerd. Hun journalisten schrijven inderdaad vaak nog beter, en hoe dan ook prefereren ze bij De Staatkundige brieven over Tom Boonen in Roubaix.
Onderwerp is de Mitterrandbiografie van een literaire debutant, zekere Vincent Gounod, die overal schitterend werd onthaald. Fenomenaal heette het bij Klara, en de NRC sprak van een "handboek politiek".
Dat zijn sterke uitdrukkingen, maar de redactie van De Morgen vandaag in het stuk van Geert Buelens maakt er van: "over het algemeen positief besproken...".
"Over het algemeen" betekent dat er minstens ook één afwijkende mening is, en misschien begrijpt de redactie slecht het zinsdeel "over het", want zonder tegenvoorbeeld hadden ze dat beter weggelaten. Nu ís het ook een wat abstracte uitdrukking, terwijl bijvoorbeeld in "over het paard getild" het genoemde zinsdeel veel letterlijker te nemen is. Ik neem aan dat Buelens hen dat aanschouwelijker zou kunnen uitleggen, maar op het stuk zelf van deze man kom ik later terug want het heeft een hoge amusementswaarde.
En al had ik het Mitterrandboek niet gelezen, ik voelde mij toch geroepen om een collectieve lezersbrief te ondertekenen, want er leek met dat boek iets aan de hand te zijn dat naar censuur rook. Meer bepaald naar geïnterioriseerde censuur, een censuur die men aan zichzelf oplegt, zonder zich daar verder nog bewust van te zijn – in dit geval de boekhandelaren en hun organisaties, en journalisten.
Natuurlijk kun je dan in de formele zin niet over censuur spreken: er zijn geen ambtenaren belast met die taak al komen de Jozeffen Geysels en De Witte wel aardig in de buurt.
Dat de Grondwet preventieve censuur verbiedt, speelt bij dit ontbreken misschien een rol? .Maar eerder zal de overweging spelen, dat wat we vandaag hebben veel beter is: een onzichtbare censuur, iets waar Metternich zo van droomde. Die vond van zijn eigen censuurapparaat dat sogar seine Existenz sollte aus Effektivitätsgründen völlig verborgen bleiben.*


Mijn standpunt hieronder is persoonlijk,
en de mede-ondertekenaars van de genoemde brief
hebben er niets mee te maken.

.

Het is ongemakkelijk om het te moeten zeggen dat wij, ondertekenaars van de brief “Het ritselt weer onder de toonbanken...” ons klaarblijkelijk te goedgelovig hebben getoond, bij wat wij hadden gelezen in onze krant of ons weekblad.
Wij namen voor waar aan, wat daar in tenslotte duidelijk Nederlands gedrukt stond. Het was niet in het Latijn (immers, dan kan het niet gelogen zijn zei een dichter), maar toch dachten wij zonder uitzondering dat de berichtgeving omtrent De Groene Waterman”, zoals die in Knack en De Standaard te lezen stond, betrouwbaar was. Er was een boek uit de rekken genomen. Dat was gebeurd nadat de naam achter het pseudoniem van de auteur bekend was geworden.

In achterdochtige geesten ontstaan dan vlug gedachten als post hoc ergo propter hoc en dergelijke.
Helaas bevonden wij ons, wat die rekken van de Waterman betreft, op het domein van de feiten en niet op dat van de duiding, iets waar de Vlaamse kwaliteitsjournalistiek traditioneel sterker in is.
De ondertekenaars hadden dus beter moeten weten – en ook al blijft het woord tegen woord: hier was misschien niet eens een hic. Natuurlijk is het wel ironisch dat uitgerekend wij ons verkeken op een verkeerd feitenrelaas dat, nogmaals als wij het goed hebben, enkel hierop terugging: dat een Knackredacteur een mail slecht gelezen had, of hem niet goed had weten te verwoorden.

Wat nu de eigenlijke ongerustheid van de ondertekenaars betreft: die berust wel degelijk op vaste grond.
Laten we –wat onder verstandige mensen is toegestaan– een hypothese maken: een boek, geschreven door zekere Dillen, zoon van Dillen, wordt ter bespreking aangeboden bij Knack, De Standaard, De Morgen, Klara &c.
Onze bewering is nu, dat dat boek in geen van die media besproken zal worden – ook niet als het goed is, en zelfs niet als bijvoorbeeld de NRC eerder al zou geschreven hebben dat het goed was.
Deze bewering van ons kan makkelijk weerlegd worden: het volstaat dat een enkele verantwoordelijke redacteur verklaart dat wat zijn krant, tijdschrift of programma betreft, iets dergelijks ondenkbaar is.

Na zulke verklaring zouden wij het beneden onze waardigheid achten om eventuele, vermeende tegenvoorbeelden uit het verleden op te diepen, en zouden wij ook woorden als preventieve censuur voor geen geld nog in de mond nemen.
___________
* in: Hubert Wolf-Wolfgang Schopf
Die Macht der Zensur
Heinrich Heine auf dem Index
1998, Patmos Verlag, Düsseldorf

2 opmerkingen:

hel decker zei

Het doet mij plezier dit commentaar op de berichtgeving over De Groene Waterman te lezen. Ik - wij - zijn er klant, zonder daarom partijgenoot van hun politieke standpunten te zijn. Dat is niet nodig: zij zijn boekhandelaar pur sang. Je kunt er ieder boek verkrijgen. Dat zij daarbij hun eigen overtuiging letterlijk overal etaleren, natuurlijk, het is hun winkel. Ik hoop dat zij in deze zaanpot het hoofd boven water kunnen houden.

Marc Vanfraechem zei

de zaak blijft onduidelijk nochtans: er zijn getuigen die beweren dat zij het boek in handen hadden in de winkel, terwijl het nu enkel nog besteld kan worden... woord tegen woord dus.

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html