4 februari 2009

Een antwoord aan Goossens sr. (& Goossens jr.)

.

Rémi Brague: „Het islamitische volk
wordt het meest van al om de tuin geleid.“

Anne-Catherine Simon
(Die Presse, 21.04.2008)

In dit interview met “Die Presse” spreekt de filosoof Rémi Brague* over de herontdekking van het begrip kruistocht in de XIXde E., over de beperkte Arabische invloed op het Avondland, en over de onwetendheid van de islam wat het christendom betreft.

Die Presse: Een tijdje geleden maakte u zich in een Frans televisieprogramma kwaad, toen een man verklaarde dat het Westen het grootste stuk van de antieke wetenschap pas via de omweg van de islamitische wereld had leren kennen. Wat maakte u daar zo toornig?

Rémi Brague: In de negende eeuw zijn er in Bagdad en op andere plekken vele Griekse geschriften over wiskunde, geneeskunde, filosofie, astronomie en astrologie naar het Arabisch vertaald. Toen men eind elfde eeuw in het Westen interesse begon te krijgen voor deze zaken, was het in de gebieden die door de Arabieren waren veroverd, in Spanje of Sicilië, en als men het Griekse manuscript niet kon vinden, handig om die werken uit het Arabisch terug te vertalen. Vroeger werd deze Arabische invloed veronachtzaamd. Vandaag overschat men hem. Men zou er echter beter aan doen een dwaling niet door weer een andere dwaling te vervangen, maar door het tegendeel van een dwaling. Als men, zoals dat vandaag het geval is, het heeft over de bijdrage van de islam aan de cultuur van het Avondland, dan moet men ook wel duidelijk zeggen wat men bedoelt. Bedoelt men de bijdrage van de beschaving waar de islam zijn stempel op drukte, dan klopt het. Bedoelt men de islam als religieuze gemeenschap, dan was de bijdrage nihil.

Die Presse: In hoeverre dan?

Brague: Niet één Arabische vertaler van de negende eeuw was moslim. Het waren allemaal christenen, op één of twee na die tot de gemeenschap van de Sabiërs** behoorden. Verder zijn er ook geen Arabieren bekend die, met als bedoeling aan onderzoek te doen, een niet-islamitische taal zouden hebben geleerd. In de elfde eeuw was er wel één uitzondering – Albiruni, een filosoof die ik zeer bewonder, maar wiens orthodoxie je stellig betwijfelen kunt. Hij verbleef aan het hof van de Afghaanse prins Mahmud van Ghazni. Zoals anderen postzegels verzamelen, verzamelde deze vorst geleerden, en zij mochten zijn hof niet verlaten. Maar toen de prins Indië binnenviel profiteerde Albiruni van de gelegenheid om Sanskriet te leren en met de geleerden daar in discussie te gaan. Hij schreef zelfs een prachtig en bijzonder objectief boek over de wereld van de Hindoes. Maar hij was ook de uitzondering die de regel bevestigt.

Die Presse: U bekritiseert ze, maar waar komt die nieuwerwetse overwaardering van de “islamitische” bijdrage tot de ontwikkeling van het Avondland vandaan: van moslimwetenschappers?

Brague: De beweging gaat algemeen gesproken van de andere richting uit – de islamwereld put bij westerse wetenschappers de argumenten die het hen toelaten om zichzelf ernstig te nemen. Dat was vroeger ook al het geval, en het beste voorbeeld is een boek van de radicaal antichristelijke religiewetenschapster Sigrid Hunke, die ook nog voor de SS-Ahnenerbe gewerkt heeft. Zij stelde de islam als viriele religie tegenover het christendom als verwekelijkte slavenreligie. Wat betreft die beslissende bijdrage van de islam aan de cultuur van het Avondland, verwondert mij enkel hoezeer vandaag deze legende uitbreiding neemt onder amateur-islamexperten. Het aantal islamexperten is tussen de 10de en 12de september van 2001 op wonderbaarlijke manier vertienvoudigd. Heden ten dage dienen wij uit elkaar te houden, islamwetenschappers en diegenen die beweren islamwetenschappers te zijn – dat zijn in de verste verte niet dezelfden.

Die Presse: Als islamlanden vandaag flatterende omschrijvingen tot de hunne maken, dan zal er wellicht iets gelijkaardigs aan de gang zijn met het negatieve zelfbeeld in het Westen. Is niet ook het beeld van de “kruistocht” een Westers exportproduct?

Brague: Ja, dat is zelfs een bijzonder boeiend voorbeeld. De moslimwereld was de kruistochten totaal vergeten. Pas in de XIXde E. heeft een Arabische vertaling van een Franse geschiedenis van de kruistochten, van zekere Joseph François Michaud hen daar weer aan herinnerd. De Arabische vertaler moest daarbij nieuwe woorden bedenken voor kruistocht en kruisvaarder, want het Arabisch had er geen!
De reden daarvoor is dat de Arabieren, Turken en Koerden destijds niet de nieuwsoortigheid van deze oorlogen inzagen. Zij waren al eeuwen in oorlog met Byzantium, en in het Byzantijnse leger vochten ook Europese soldaten – tiens, dachten zij, deze keer zijn er gewoon wat meer Europeanen dan anders.
Een tweede reden is dat het niet de kruisvaarders waren die de kaliefen van Bagdad slapeloze nachten hebben bezorgd, maar de Fatimiden in Egypte. De roem van Saladin, die wij ook kennen uit Lessings “Nathan de Wijze”, komt in de eerste plaats voort uit zijn overwinning op de Fatimiden, en zijn overwinning op de kruisvaarders was veeleer bijzaak.
Voor een flink stuk is het beeld van de kruisvaarten dat men in het Midden-Oosten heeft, een door het Westen geïnspireerde reconstructie. Helemaal absurd wordt het als men in de kruisvaarten een eerste fase van de kolonisatie wil zien. Het islamitische volk is het meest belogen volk ter wereld. Als dan ook nog eens domkoppen zoals Bush van kruistocht spreken… Dat was, zoals altijd, precies wat hij niét had moeten zeggen.

Die Presse: Bedoelt u dat Europa zijn eigen zelfhaat exporteert?

Brague: Inderdaad, Europa is zover gekomen dat het zichzelf haat op grond van een, om mij theologisch uit te drukken, berouw zonder absolutie. Slavernij, inquisitie, kruistochten, de verovering van Zuid-Amerika, heel de Europese geschiedenis wordt gezien als een eindeloze serie misdaden. Onwaar is dat niet, maar toon mij een beschaving die de mogelijkheid had om over anderen haar invloed te laten gelden, en die niets dan goeds zou hebben gebracht. Stelt u zich in een porseleinwinkel eens de allerliefste olifant voor, samen met de allerkwaadste muis. Wat zal er gebeuren? Goed, Europa was niet een heel vriendelijke olifant – maar eenmaal wel een olifant.

Die Presse: Historisch gezien ligt voor u het karakteristieke van Europa in zijn “excentrische identiteit”, het nieuwsgierig zich eigen maken van wat vreemd is, zonder ontwricht te raken, zoals ook de Romeinen dat met de Griekse cultuur deden. Kan deze “excentrische identiteit” niet ook ontwrichtend gaan werken bij gebrek aan stabiliteit?

Brague: Zeer goede vraag. De vaardigheid om culturele elementen te incorporeren, zonder hun andersheid te vernielen, veronderstelt dat je met jezelf in vrede bent. Ben je dat niet, dan zijn er twee mogelijkheden: ofwel scherm je je af, ofwel neem je alles op met de onbewuste wens dat het vreemde je zal vernietigen. Europa benadert het punt waar het niet eens meer kan accepteren dat het anders is. Staat u mij toe dat ik een beeld gebruik: in de zee leven er kwallen, mosselen en gewervelde dieren. Willen wij geen kwal zijn, dan kunnen we kiezen om mossel te zijn. Wij zijn dan beschut, maar onbeweeglijk, hard van buiten en week vanbinnen. Of nog, wij zijn verstandig genoeg om het pantser te verinnerlijken, een gewerveld dier te worden. Dat maakt ons veel kwetsbaarder, maar het geeft ons ook een ongelooflijke beweeglijkheid. Op dit moment vrees ik ervoor dat Europa ofwel kwal ofwel mossel wordt.

Die Presse: Boomende koranlectuur en de interesse voor Mohammedbiografieën suggereren dat de nieuwsgierigheid Europa nog niet is vergaan.

Brague: Wat betreft de religie zien wij een structurele asymmetrie. Het christendom weet niet waar de islam te plaatsen, hetgeen tot wantrouwen leidt, maar ook tot belangstelling. De islam daarentegen gelooft precies te weten wat het christendom is, de koran zegt het immers. Voor hen is dat een achterhaalde oude geschiedenis. Vandaar ook dat er nauwelijks moslims zijn die het christendom werkelijk goed kennen. Dat maakt de dialoog er niet eenvoudiger op.

_______________________

* Rémi Brague (1943) studeerde filosofie en klassieke talen, later Hebreeuws en Arabisch. In 1990 werd hij professor Middeleeuwse en Arabische filosofie aan de Université Paris 1, Panthéon-Sorbonne. Hij bekleedt ook de Guardini-leerstoel aan de universiteit van München. Andere leeropdrachten in Pennsylvania, Boston, Lausanne en Keulen.
**
Gnostische sekte die Johannes de Doper als meester erkent, maar Christus verwerpt als valse profeet. [m.v.]


Ter verklaring van mijn bloghoofding: het artikel van de islam-expert Paul Goossens vindt u hier.

(een terzijde eerst: ook iemand als de heer Vereertbrugghen, beter bekend als de islamkenner Lucas Catherine, zou baat kunnen vinden bij de lectuur van het bovenstaande interview, maar hij lijkt al evenmin als de genoemde Goossensen veel te willen opsteken van échte kenners. Dat is begrijpelijk, want tenslotte mogen zij alle drie schrijven in een blad als De Morgen, dat resoluut weigert om te discrimineren tussen echte en valse profeten. Daar geen sektarisme!)
Opmerkenswaard bij Goossens, om verder te gaan, is dat hij, die toch geen overschot aan feitenkennis vertoont wat de islam betreft, noch wat betreft de Europese geschiedenis, aan de vraagstellers van de enquête een soort spreekverbod, sterker, een soort vraagverbod wil opleggen. Als je Vlamingen bevraagt moet je nog eens dubbel opletten, lijkt Paul te denken – overigens denkt hij dat ook als de EU, zijn broodwinning, ter sprake dreigt te komen, dus inconsequent kun je hem niet noemen:
Het is niet omdat je opiniepeilingen simpel moet houden dat je om het even wat op papier moet zetten. De stelling "de islam kan iets bijdragen aan de Europese cultuur" klinkt misschien neutraal, redelijk en goed bedoeld, maar ze is wel een gedrocht van een standpunt. Onjuist, dom en nogal arrogant.
Zulke vragen stellen mag niet ...mais il est
interdit d'interdire!
Tu ne te rapelles donc plus '68, cher Popaul ?
L'imagination au pouvoir lijk je anders wél nog onthouden te hebben, want wat je daar vertelt over Averroës bestaat inderdaad enkel in de verbeeldingweze het niet alleen in de jouwe, voeg ik ter verontschuldiging toe.
Heel Europa werd er beter en slimmer van. De wijsgeer Averroes was eeuwen vooruit op zijn tijd. Al in de twaalfde eeuw schreef hij dat er geen conflict tussen godsdienst en filosofie was.
Averroës hield integendeel vol dat als er een
toegegeven, onwaarschijnlijkconflict zou ontstaan tussen de wetenschap en de koran, deze laatste het bij het rechte eind had. Dat was verstandig van hem, maar zijn rechtgelovigheid belette hem niet om vervolgd en verbannen te worden. Hoogstens was Averroës een soort islamGalileï dus, maar dan wel één zonder opvolgers in eigen rangen.
Zijn houding doet mij denken aan die van de islamlanden
Turkije bijvoorbeeld, een toekomstig EU-lid, verzekert ons Paul Goossens die de Rechten van de Mens wel erkenden, maar dan met dien verstande dat deze altijd onderworpen blijven aan de sharia.
Overigens is Paul Goossens zich er niet van bewust waarschijnlijk, dat zijn zinnetje Heel Europa werd er beter en slimmer van een aandoenlijke hertaling is van het Socratische kennis is deugd.
Maar dat zou ons te ver leiden, en Paul zelf moet ook nog kunnen volgen.
.
.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html