26 november 2004

Frankfurter Rundschau vandaag: Richard Wagner over de Verlichting

.

26.11.2004
[ik vertaal, en zet hier en daar iets in cursief]

Niet over alles kunnen praten
Wat de immigratie ons leert:
De waarden van de Verlichting tellen

Richard Wagner


Na de moordaanslag op de Nederlandse filmer Theo van Gogh is er naar de mening van Richard Wagner een debat over immigratie en integratie ontbrand dat zich veel te weinig richt op de waarden van de Verlichting. Richard Wagner, in 1952 geboren in het Roemeense Banat, woont in Berlijn. Onlangs verscheen zijn roman “Habseligkeiten", bij Aufbau Verlag.[~ Hebbedingetjes, Prulletjes? het woord Habseligkeiten werd net, na een grote wedstrijd in de krant, verkozen tot het lieflijkste Duitse woord. mv.]

Drie weken na de dood van Theo van Gogh is het debat teruggekeerd naar de moederschoot van de politiek. Daarmee is de Duitse wereld weer op orde. De politieke kampen hebben zich opnieuw aangemeld in hun oude slagorde. De enen hebben opnieuw uitgeroepen dat er een probleem is met buitenlanders, de anderen troepen samen ter verdediging van het multiculturele concept. De politieke acteurs hebben het discours heroverd. Bijna had men de werkelijke problemen aangepakt. Nu is alles weer bij het oude: Theo van Gogh geldt nog steeds als omstreden, het lijkt net of hij nog in leven is.

Zoals in de controverse rond de hoofddoekjes en het debat over de toetreding van Turkije, kun je ook hier weer de nefaste invloed van hardnekkige clichés constateren. Wie wijst op een probleem met de islam, die moet zich daarvoor meteen verontschuldigen, of hij moet zich laten welgevallen dat hij succes zal hebben in de kroeg. Plots hebben wij weer een vreemdelingendebat waar de mythe van de goede immigrant botst met die van de slechte buitenlander – beide even wereldvreemd. Van Gogh had uitdrukkelijk het probleem van de islam voor ogen. Het script voor zijn film Submission is zoals bekend van de hand van een jonge Somalische vrouw, Ayaan Hirsi Ali. Zij is een liberaal parlementslid en daarmee een voorbeeld van geslaagde immigratie. Sedert haar vlucht uit Afrika voert Hirsi Ali strijd tegen gedwongen huwelijken en mannelijk geweld in de moslim­gemeenschap­pen. Daarmee stelt zij een aspect van de verachting voor menselijke situaties aan de kaak. Hoe zouden we ons met deze vrouw niet solidair kunnen voelen?

De meeste slachtoffers zijn moslims
Niet wij, christelijke en seculiere Europeanen hebben de meeste slachtoffers te betreuren per slot, maar de moslims zelf. Zij zijn het toch die zijn blootgesteld aan de regels en verbods­bepalingen van een religieus genormeerde maatschappij waarin niemand vrij is, omdat haar grondbeginsel vereist dat men zich onderwerpt aan het woord van de profeet. In een maatschappij waarin de maatstaf niet het burgerrecht is maar de rechtgelovigheid, vindt individuele vrijheid geen vaste voet.

Als je het lot van afzonderlijke mensen onder ogen neemt, dan word je je snel bewust van de omvang der mensvijandigheid in een archaïsch gestuurde samenleving. Maar, wij spreken liever over culturen, ook als wij (zoals dit jaar op de Frankfurter Buchmesse, met haar discutabele zwaartepunt op Arabië) de dialoog wensen. Wat is de dialoog tussen culturen echter waard als zij het lot van het individu niet in aanmerking neemt, als zij enkel koude diplomatie bedrijft en als de staatsraison het woord voert?

Met zulke defensieve mentaliteit komen we in Europa niet verder, net zoals we niet verder komen met waarschuwingen voor “de buitenlanders”.
Wij hebben voorbeeldige immigranten die niet enkel de waarden van de Europese Verlichting met ons delen, maar die ook bereid zijn om deze te verdedigen, vaak feller dan wijzelf. Al zijn de begrippen multicultuur, leidende cultuur, integratie als assimilatie, verlichte islam, door de politiek tot slagwoorden gereduceerd, één ding hebben ze gemeen: ze spatten uiteen bij de aanblik van de smerige realiteit. Wat voor zin kan het hebben om de status quo te handhaven, om het probleem te negeren dus, of om er ten eeuwigen dage een verkiezingsthema van te maken?
.
Een gemeenschappelijk fundament
In plaats van nog langer de folkloristische denkbeelden van de voorbij decennia te koesteren, zouden we eindelijk beter ons standpunt bepalen rond de problematiek van de praktische integratie. Een deel daarvan is ook de erkenning: dat in de knoop geraakte jonge Arabische mannen, die door hun opvoeding een rol toebedeeld kregen die hen ongeschikt maakt voor de seculiere en egalitaire maatschappij, noch vrijheidsstrijders, noch weerstanders zijn. Evenmin zijn armoede of onrecht hun drijfveer, zoals een deel van onze politieke klasse lijkt te geloven. Het zijn integendeel slecht opgevoede mannen die de grenzen die een democratie aan hen stelt niet willen accepteren.

Als culturen moeten samengaan dan hebben zij, nog voorbij taal, religie en folklore, nood aan één, voor ieder dwingend fundament, dat erin bestaat dat men de grondprincipes van het samenleven accepteert. Tot de Europese verworvenheden behoort, zoals men weet, naast de afschaffing van de doodstraf, ook de zelfbeschikking van vrouwen over hun eigen lichaam. Daar is lang genoeg voor gestreden, ook in Duitsland. In zulke kwesties positioneren wij ons bij voorkeur tegen fundamentalistische stromingen in de Verenigde Staten, maar we negeren ze bij immigrantenkringen in ons eigen midden. Zoiets is ontoelaatbaar.

Het was verkeerd om het begrip multiculturalisme te gebruiken als romantisch correctief op de hegemonie van de Europese cultuur, want zo maakte men het tot een instrument in de partij­politieke strijd. Wie de hegemonie van de Europese cultuur ondergraaft, richt de principes van seculariteit en individuele vrijheid ten gronde. Niet over alles kun je een boompje opzetten. Een ideologie die zich tegen de gelijkberechtiging van man en vrouw keert kan geen basis zijn voor een moderne democratie, want zij sluit de halve bevolking van burgerrechten uit.

Parallelle gemeenschappen hebben als kenmerk dat er bij hen andere wetten gelden dan in de officiële Europese openbaarheid. Wie nu begrip toont voor de ongeschreven patriarchale ordening, die duldt met zijn gedoogzaamheid dat onze democratische gemeenschap wordt ondergraven, en hij duldt het ontstaan van zones van wetteloosheid. Dat groepen immigranten voortdurend nieuwe uitzonderingsmaatregelen eisen, dat leidt er op de duur toe dat de Rechtsstaat enkel nog voor de autochtonen geldt. Multiculturalisme echter mag niet ten koste van de mensenrechten gaan. In zoverre de islam de scheiding van moskee en staat verwerpt, moeten we hem als ideologie beschouwen, niet als religie. Zijn doeleinden zijn dan van politieke aard – geen aspect van de vrijheid van godsdienst.

We moeten van de muzelmaanse immigrantengemeenschappen inderdaad eisen dat ze zich duidelijker van de islamisten distantiëren. De afstand die we in acht nemen tot het Europese rechts-extremisme moet ook hier als maatstaf gelden. Onze openbaarheid mag er anderzijds niet langer twijfel over laten bestaan dat wij de seculiere en liberale stromingen bij de moslim-immigranten ondersteunen. Vrouwen als Ayaan Hirsi Ali verdienen het om te worden gehoord. Eertijds waren vrouwen die kritiek gaven op de islam veel sterker present in de Duitse openbaarheid. In de laatste tien jaar zijn ze zo goed als verdwenen. Waarom?

Lakse omgang met een schande als de moord op van Gogh zet de vrijheid van mening op het spel. Die is nochtans het alfa-en-omega van onze moderne samenleving. Bij de verdediging daarvan mag geen énkel godsdienstig principe ons in de weg staan. Wat Europa tegen het Vaticaan heeft doorgezet, dat moet het ook kunnen verdedigen als het tegenover de islam staat.
__________________________
De Duitse tekst is te vinden op http://www.perlentaucher.de/: een nieuwsbrief die zijn gelijke niet heeft.
_____________________________________

nog een uittreksel uit hetzelfde nummer van die krant :

De verhouding van de moslims tot Grondwet en Mensenrechten is onduidelijk. Het principe van een religieus neutrale democratische staat, ook voor moslims, is zonder inhoudelijke kritiek op de koran gewoon ondenkbaar. En die kritiek is onmogelijk zolang de koran letterlijk voor het rechtstreekse woord van god gehouden wordt. De moslims moeten minstens in Europa een weg vinden waar ze hun inzet voor de Mensenrechten en voor het staatsbegrip zoals dat in de Grondwet is neergeschreven, in harmonie kunnen brengen met koran en sunna. Het volstaat niet om als minderheid in het land de bestaande orde te respecteren.


Unklar ist das Verhältnis der Muslime zum Grundgesetz und zu den Menschenrechten. Der religionsneutrale demokratische Staat als Prinzip auch für Muslime ist ohne Sachkritik am Koran überhaupt nicht denkbar. Die ist nicht möglich, solange der Koran buchstabengetreu für das unmittelbare Wort Gottes gehalten wird. Die Muslime müssen zumindest in Europa einen Weg finden, wie sie ihr Eintreten für die Menschenrechte und das im Grundgesetz niedergelegte Staatsverständnis mit Koran und Sunna harmonisieren können. Es genügt nicht, als Minderheit im Lande die bestehende Ordnung zu respektieren.

Prof. Dr. Peter Steinacker
voorzitter van de Evangelische Kerk in Hessen en Nassau

.

Geen opmerkingen:

http://victacausa.blogspot.com/victacausa.blogspot.com5edf7b715d0afaa3d68201fa2d94715a304487db.html